Amen van Ernesto en Marcellino
We gaan alsmaar verder, we razen maar door
We weten niet waarheen, we weten niet waarvoor.
Geen mens durft uit te stappen,
uit de denderende trein,
Uit angst voorbijgestreefd en heel alleen te zijn.
We gaan alsmaar verder, we razen maar door
We weten niet waarheen, we weten niet waarvoor.
Om alles te beleven willen wij steeds sneller gaan
Maar je kunt pas iets beleven door erbij stil te staan.
We gaan alsmaar verder, we razen maar door
We weten niet waarheen, we weten niet waarvoor.
Wij hopen aan te komen bij de zin van ons bestaan
Maar daaraan zijn wij allang voorbij gegaan.
Ik wil stoppen, ik moet remmen,
Met de hakken in het zand.
Ik wil leven, ik wil voelen met mijn hart en mijn verstand
Ik leef om te beleven. Ik wil er zijn als ik er ben
En daarom trek ik aan de rem.
We gaan alsmaar verder, we razen maar door
We weten niet waarheen, we weten niet waarvoor.
Maar vlak voordat ik sterf, besef ik vol gewetenspijn
Toen en toen en toen en toen had ik gelukkig moeten zijn.